Daniel Graydon, een zich prostituerende homoseksueel wordt op bloedige wijze vermoord. Rechercheur Sean Corrigan leidt het onderzoek. Het slachtoffer is bezaaid met steekwonden; de muren zitten onder het bloed. Maar het forensisch onderzoek wijst uit dat de dader geen
enkel spoor heeft nagelaten: geen passionele moord maar een is uiterst koelbloedige moordenaar.  Corrigan heeft een jeugd van kindermisbruik achter de rug; zijn grootste schrik is ooit zelf in de fout van zijn vader te vervallen. Één gave heeft hij aan  die duistere periode overgehouden: hij herkent feilloos de duistere kant in de misdadigers en verdachten waarmee hij te maken krijgt. Na Graydon volgen er nog slachtoffers. En telkens gaat het om een ander type slachtoffer; speelt het geslacht geen rol en is het moordwapen nooit hetzelfde.
Er is slechts één overeenkomst: de dader laat nooit een spoor na. De verdenking valt vrij vlug op James Hellier, een man die actief is in de financiële wereld en ogenschijnlijk een brave huisvader. Vraag is of de politie bewijzen zal vinden. Luke Delaney kent als rechercheur van de Londense politie duidelijk het klappen van de zweep. Zinloos kreeg een flitsende stijl en een plot vol vaart mee. Passages waarin de lezer als het ware een inkijk krijgt in het hoofd van de dader, doorbreken het verhaal.  Omdat bij de (vermeende) dader  het motief ontbreekt kon het boek me niet helemaal overtuigen. Toch blijft Zinloos een interessant debuut en Corrigan een rechercheur waarrond de auteur een reeks kan opbouwen.