Kunstenares Elinor Powell is in shock verkeert na de moord op haar moeder en de diefstal van een waardevol schilderij uit haar studio. Daarom zoekt ze hulp in de psychoanalytische praktijk van Jessica Mayhew. Elinor groeide op in de schaduw van haar ouders - bekende schilders - en heeft een moeizame relatie met haar tweelingzus, Isobel. Al snel vervaagt de grens tussen therapeute en cliënt. Elinor is manipulatief; Jessica al te empatisch. Ook de intriges van de kunstwereld, waar steeds meer geld mee gemoeid is, komen uitgebreid aan bod. En dan is er nog Hefin Morris, een kunstenaar die zich nooit laat zien en succes oogst met zijn schilderijen geïnspireerd op de teloorgegane mijnwerkersindustrie. Veel interessante elementen voor een roman. Helaas slaagt Williams er niet in er een aanvaardbare thriller uit te distilleren. Het verhaal hangt met haken en ogen aaneen en munt vooral uit in allerlei bespiegelingen, pseudowijsheden en uitleg allerhande die alle vaart wegnemen. Ook de personages kunnen stuk voor stuk nooit overtuigen.  Een miskleun!