In het jaar 1677 werd de tot voor kort trotse vestingstad Sittard door twee stadsbranden nagenoeg geheel verwoest. Een historisch feit waar nog maar weinigen weet van lijken te hebben.

In januari van het voor Sittard rampzalige jaar 1677 kreeg de stad, waarvan de Fransen de vestingwerken in 1676 al hadden verwoest, te maken met een meerdere dagen aanhoudende overstroming, waardoor alle aangelegde voorraden verloren gingen. Op 22 augustus 1677 en vervolgens nogmaals op 2 september keerden de Fransen terug en werd de al door ellende gekwelde stad door soldaten van de Franse generaal De Mélac in brand gestoken. Daarbij gingen van de naar schatting ruim 300 panden in de Sittardse binnenstad de meeste verloren, slechts 68 panden overleefden de brand. Sittard was nagenoeg compleet verwoest.

Nu is een stadsbrand niet iets om feestelijk bij stil te staan, maar dat een dergelijke dramatische gebeurtenis stilaan uit ons collectieve lokale geheugen dreigt te verdwijnen ging er bij Jos Engelen, lid van de in 2025 jubilerende Vereniging Sittards Verleden, niet in. Zelf las hij er voor het eerst over in het in 1993 ter gelegenheid van Sittard 750 Jaar verschenen boekwerk Sittard Stadt (geschreven door historicus Piet van Luyn), dat een standaardwerk over de lokale historie van Sittard mag worden genoemd.

Toen Engelen een originele druk van de uitgave 'De verwoesting van Sittard' onder ogen kreeg nam hij het initiatief om het boekje, aangevuld met illustraties die zoveel mogelijk aansluiten bij de originele tekst, in het kader van het 25-jarig bestaan van Vereniging Sittards Verleden opnieuw uit te geven. De originele uitgave van 'De verwoesting van Sittard' dateert uit 1928 en werd geschreven door S. van Lymborgh (pseudoniem voor de in 1879 in Limbricht geboren Jan Simon Kentgens). De Limburger bracht het boekje uit nadat het eerder in die krant was verschenen in de vorm van een tiental artikelen. Het geeft inzicht in de ontwikkelingen die leidden tot de rampzalige gebeurtenissen in 1677.