In 1913 raken de houtskoolbranders
Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste
zus Geertje ongewild betrokken bij de
gebeurtenissen in het Ronde Huis op de
hei bij Nunspeet, eigendom van landheer
Frank van Vliet, alias De Zwarte Duivel, die
buitensporige orgieën regelt voor hoge,
adellijke gasten.
Honderd jaar later vinden wandelaars
bij de resten van het Ronde Huis het
onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het
moordonderzoek brengt commissaris Ben
van Arkel en inspecteur Jan Huisman in de
gesloten kringen van de Oekraïense maffia
waar de geschiedenis van het Ronde Huis
een even onverwacht als gruwelijk vervolg
krijgt.
De pers over Jacob Vis:
"Als een 21-eeuwse historicus
iets wil weten over het
Nederlandse straatrumoer in
de jaren negentig, dan moet
hij niet het werk van Mulisch,
maar dat van Jacob Vis erop
naslaan".(Wilfried Takken in
NRC Handelsblad)
"De stijl van Vis is verraderlijk
subtiel en de opbouw
geraffineerd. In zijn boeken
gelden eerder literaire wetten
dan die van de thriller en
dat zal de fijnzinnige lezer
bekoren."(Dick Laning in de
GPD-dagbladen)
"Voor meesterverteller Vis
kent de menselijke geest
geen geheimen meer"
(Els Roes in de Telegraaf)
"Hard, geestig, maatschappijkritisch,
liefdevol en soms
angstig dichtbij"
(Juryrapport Gouden Strop)
"Schitterend en met veel
inleving geschreven....en
spannend!"
(Rinus Ferdinandusse in Vrij Nederland)
In 1913 raken de houtskoolbranders
Gerrit en Benjamin Jonker en hun jongste
zus Geertje ongewild betrokken bij de
gebeurtenissen in het Ronde Huis op de
hei bij Nunspeet, eigendom van landheer
Frank van Vliet, alias De Zwarte Duivel, die
buitensporige orgieën regelt voor hoge,
adellijke gasten.
Honderd jaar later vinden wandelaars
bij de resten van het Ronde Huis het
onthoofde lijk van een jonge vrouw. Het
moordonderzoek brengt commissaris Ben
van Arkel en inspecteur Jan Huisman in de
gesloten kringen van de Oekraïense maffia
waar de geschiedenis van het Ronde Huis
een even onverwacht als gruwelijk vervolg
krijgt.
De pers over Jacob Vis:
"Als een 21-eeuwse historicus
iets wil weten over het
Nederlandse straatrumoer in
de jaren negentig, dan moet
hij niet het werk van Mulisch,
maar dat van Jacob Vis erop
naslaan".(Wilfried Takken in
NRC Handelsblad)
"De stijl van Vis is verraderlijk
subtiel en de opbouw
geraffineerd. In zijn boeken
gelden eerder literaire wetten
dan die van de thriller en
dat zal de fijnzinnige lezer
bekoren."(Dick Laning in de
GPD-dagbladen)
"Voor meesterverteller Vis
kent de menselijke geest
geen geheimen meer"
(Els Roes in de Telegraaf)
"Hard, geestig, maatschappijkritisch,
liefdevol en soms
angstig dichtbij"
(Juryrapport Gouden Strop)
"Schitterend en met veel
inleving geschreven....en
spannend!"
(Rinus Ferdinandusse in Vrij Nederland)
Titel | Het Ronde Huis |
Auteur(s) | Jacob Vis |
ISBN | 9789086602469 |
Afmetingen | 203x128x45 mm |
Uitgever | Ellessy Crime |
Taal | Nederlands; Vlaams |
Levertijd | Niet meer leverbaar |
Prijs | € 21.95 |
Bindwijze | Paperback |
Gewicht | 520 gram |
Vis in topvorm: Zwarte Duivel staat als een huis
Geschreven op dinsdag 21 oktober 2014 door Jos van Cann
Jacob Vis (pseudoniem van Job Vis, 1940) lijkt een van de best bewaarde geheimen van de Nederlandse thrillerwereld die met De zwarte duivel zijn opus magnum heeft geschreven. Lijkt, want Vis was in het verleden al vijf keer genomineerd voor de Gouden Strop en schreef al een serie policiers rond commissaris Ben van Arkel en zijn team. Sinds 2011 (De imker) leek het wat stil rond Vis de thrillerauteur, maar dat kwam doordat hij twee boeken over Indië publiceerde; het schitterende plantersportret ‘Tandem’ en ‘Moerta’, een portret van de Indische concubine van de planter die rond de vorige eeuwwisseling.
Maar met De zwarte duivel meldt de Kampenaar zich weer aan het thrillerfront. En hoe.
Net als Almar Otten, die zijn meeste recente thriller er naar vernoemde, draait een deel van het verhaal bij Vis ook rond het Ronde Huis in Nunspeet. Dat verhaal speelt zich af in 1913 en vertelt de geruchten die er de ronde deden over orgieën en vreemde rituelen die zich daar zouden hebben afgespeeld, al of niet onder de ogen of met deelname van Prins Hendrik. De tweede verhaallijn draait om een aangespoeld onthoofd lijk van een vrouw bij een van de vijvers in de buurt van het Ronde Huis. Inspecteur Jan Huisman krijgt het onderzoek naar de toedracht op zijn bordje. Halverwege het verhaal krijgt hij hulp van Ben van Arkel. De sleutel voor de oplossing blijkt in de Oekraïne te liggen.
Afwisselend vertelt Vis beide verhalen en beide verhalen staan ook als een huis. De 1913-poot als een historische roman over hoe het daar aan toe zou kunnen zijn gegaan. Het verhaal anno nu hoe er in feite niet veel is veranderd, alleen ligt de macht nu niet meer bij adellijke en koninklijke families maar is die in handen van de nieuwe rijken die niet altijd even zuiver op de graat aan hun geld komen. En waar de landsgrenzen geen rol meer spelen als het gaat om het witwassen en veiligstellen van het vermogen.
Vis laat zien dat hij in topvorm verkeert: ruim 420 pagina’s lang zakken beide verhalen niet noemenswaardig in. De spanning blijft net als de psychologische tekening van de personages.
Hoewel (misdaad)literatuur geen wedstrijd is, lijkt de vergelijking van de boeken van Vos en Otten onvermijdelijk. Zo is echter ook de uitslag: 1-0. Voor Vis welteverstaan.